Hoe je het ook wendt of keert: gordijnen kunnen een kamer nooit ruimer laten lijken, ze werken altijd verkleinend. Wel kun je dat effect zo klein mogelijk maken. Bijvoorbeeld door te kiezen voor een stof waar nog licht doorheen komt of voor niet-geplooide gordijnen. En wil je juist een intieme sfeer? Combineer dan vitrage met een overgordijn in een warme tint.
Er zijn tegenwoordig mooie, moderne versies van vitrage verkrijgbaar, zoals organza’s met een weerschijnend effect in een andere kleur (changeant). Het overgordijn krijgt volume door te kiezen voor een dubbele plooi en een gewatteerde voering. Natuurlijke materialen met een grove structuur, zoals linnen en katoen zorgen voor een stoere uitstraling.
Kijk ook naar de stijl van je huis: in oude huizen staan geplooide, rijke stoffen mooi, terwijl rechte gordijnen het goed doen in nieuwbouw.
Tip: Gordijnen tot op de grond staan eigenlijk altijd het mooist.
In welke gevallen moet je gordijnen voeren? Sommige stoffen verkleuren in het zonlicht, een voering gaat dat tegen. In de slaapkamer is het ook slim om gordijnen met een (lichtdichte) voering te nemen, zodat het er goed donker wordt. Bij ramen met enkel glas zorgt een gewatteerde voering voor isolatie.